Vertaling van loop
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gaan , gang , loop , verloop {zn.}
desarrollo
curso
curso
buis , kanaal , loop , pijp , roer , steel {zn.}
cañón
tubo
tubo
stroming , loop , stroom {zn.}
corriente
lopen, marcheren {ww.}
marchar
ik loop
yo marcho
» meer vervoegingen van marchar
aan de wandel zijn, lopen, tippelen, wandelen {ww.}
pasear
ik loop
yo paseo
» meer vervoegingen van pasear
gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}
ir
ik loop
yo voy
» meer vervoegingen van ir
Moet ik nu gaan?
¿Debo ir ahora?
Moet ik onmiddellijk gaan?
¿Tengo que ir enseguida?
lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}
manar
fluir
fluir
ik loop
yo fluyo
» meer vervoegingen van fluir
lopen, schrijden, stappen, treden {ww.}
caminar
gestionar
dar pasos
gestionar
dar pasos
ik loop
yo camino
» meer vervoegingen van caminar
De baby kan lopen.
La bebé puede caminar.
De gewonde soldaat kon amper lopen.
El soldado herido apenas podía caminar.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik loop graag.
Me gusta caminar.
Loop niet zo snel.
No corras tan rápido.
Loop eens wat langzamer.
Camina más despacio.
Loop niet op het gras.
Sal del pasto.
Loop niet in het park in de nacht!
¡No camines de noche por el parque!
In de loop van de twintigste eeuw is dit alles veranderd.
Todo esto cambió en el transcurso del siglo veinte.