Vertaling van luid

Inhoud:

Nederlands
Spaans
hardop, luid {bw.}
en alta voz
en voz alta
hard, luid {bn.}
fuerte
intenso
bellen, aanbellen, luiden, schellen {ww.}
llamar
tocar la campanilla

ik luid

yo llamo
» meer vervoegingen van llamar

Bedankt voor het bellen.
Gracias por llamar.
Waar kan ik bellen?
¿Dónde puedo llamar por teléfono?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Het is te luid.

Está demasiado alto.

De radio is te luid.

La radio está muy alta.

Tijdens zijn slaap snurkte hij luid.

Roncaba ruidosamente mientras dormía.

Je mag hier niet zo luid spreken.

No debes hablar tan fuerte aquí.

Ik sprak luid, zodat iedereen me kon verstaan.

Yo hablé alto para que todo el mundo pudiera oírme.

De radio staat te luid. Kunt ge hem niet wat stiller zetten?

La radio está muy fuerte. ¿Puedes bajarle un poquito?


Gerelateerd aan luid

hardop - hard - bellen - aanbellen - luiden - schellen