Vertaling van maat

Inhoud:

Nederlands
Spaans
maat {zn.}
compás [m] (el ~)
kameraad, kornuit, maat, makker {zn.}
camarada [m] (el ~)
grootte, maat, mate {zn.}
medida [v] (la ~)
gezel, maat, metgezel, partner, kameraad, kornuit, makker {zn.}
camarada [m] (el ~)
compañero [m] (el ~)


Gerelateerd aan maat

kameraad - kornuit - makker - grootte - mate - gezel - metgezel - partner