Vertaling van macht

Inhoud:

Nederlands
Spaans
macht, vermogen {zn.}
poder [m] (el ~)
virtud [v] (la ~)
Kennis is macht.
Conocimiento es poder.
Kennis is macht.
El conocimiento es poder.
kracht, macht, sterkte {zn.}
fuerza [v] (la ~)
Moge de kracht met je zijn.
Que la fuerza te acompañe.
heerschappij [v], mogendheid [v], macht {zn.}
potencia [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Kennis is macht.

Conocimiento es poder.

Kennis is macht.

El conocimiento es poder.

Macht en geld zijn onafscheidelijk.

El poder y el dinero son inseparables.

De koning maakte misbruik van zijn macht.

El rey abusaba de su poder.


Gerelateerd aan macht

vermogen - kracht - sterkte - heerschappij - mogendheid