Vertaling van mama

Inhoud:

Nederlands
Spaans
mammie [v], ma, mam, mamma, mama {zn.}
mamá [v] (la ~)
mamacita [v] (la ~)
mamaíta [v] (la ~)
Mama heeft de tafel gedekt.
Mamá ha puesto la mesa.
Mama is een taart aan het maken.
Mamá está preparando una tarta.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Welterusten, mama.

Buenas noches, mama.

Mama heeft dit gordijn gekozen.

Madre eligió esta cortina.

Mama heeft de tafel gedekt.

Mamá ha puesto la mesa.

Ik gaf het aan mijn mama.

Se lo di a mi mamá.

Ik wil een plant aan mama geven.

Quiero regalar una planta a mamá.

Mama is een taart aan het maken.

Mamá está preparando una tarta.

Mama, waarom heb ik geen oom met een baard?

Mamá, ¿por qué no tengo ningún tío que tenga barba?


Gerelateerd aan mama

mammie - ma - mam - mamma