Vertaling van mangel

Inhoud:

Nederlands
Spaans
absentie [v], afwezigheid [v], uitstedigheid [v], mangel, verstek, verzuim {zn.}
ausencia [v] (la ~)
Ze vroeg me om op haar baby te passen tijdens haar afwezigheid.
Ella me pidió que cuidara a su bebé durante su ausencia.
kalanderen, mangelen {ww.}
satinar
calandrar

ik mangel

yo satino
» meer vervoegingen van satinar



Gerelateerd aan mangel

absentie - afwezigheid - uitstedigheid - verstek - verzuim - kalanderen - mangelen