Vertaling van mat

Inhoud:

Nederlands
Spaans
mat {zn.}
estera [v] (la ~)
mat, moe, vermoeid {bn.}
cansado
mat, schaakmat {zn.}
jaquemate
mate [m] (el ~)
meten, afmeten, opmeten, opnemen, roeien, uitmeten {ww.}
tomar la medida
medir

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

yo medí
mediste
él/ella midió
» meer vervoegingen van medir

berekenen, meten {ww.}
computar

ik mat
jij mat
hij/zij/het mat

yo computé
computaste
él/ella computó
» meer vervoegingen van computar



Gerelateerd aan mat

moe - vermoeid - schaakmat - meten - afmeten - opmeten - opnemen - roeien - uitmeten - berekenen