Vertaling van meenemen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
bijeenbrengen, meebrengen, meenemen, medenemen, medebrengen {ww.}
llevar
ik zal meenemen
jij zult meenemen
hij/zij/het zal meenemen
yo llevaré
tú llevarás
él/ella llevará
» meer vervoegingen van llevar
Wat moet ik meenemen?
¿Qué tengo que llevar?
afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen {ww.}
ir a buscar a
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Wat moet ik meenemen?
¿Qué tengo que llevar?
Uw eigen bestek meenemen graag.
Por favor traiga sus propios cubiertos.
Je mag wie je maar wilt meenemen.
Puedes traer a quien quieras.