Vertaling van merk

Inhoud:

Nederlands

Spaans

merk, merkteken, zegel {zn.}

marca [v] (la ~)

Welk merk heb je het liefst?

¿Qué marca prefieres?

Audley is een Chinees merk.

Auldey es una marca china.

cachet [o], merk, stempel {zn.}

sello [m] (el ~)

merken, tekenen {ww.}

marcar

ik merk

gewaar worden, merken, bemerken, vernemen, waarnemen {ww.}

percibir

ik merk

merken, bemerken, opmerken {ww.}

notar
observar
advertir

ik merk

aanduiden, aangeven, een teken geven, merken, kenmerken, tekenen {ww.}

marcar
indicar
hacer un signo

ik merk

Nederlands

Spaans

Audley is een Chinees merk.

Auldey es una marca china.

Welk merk heb je het liefst?

¿Qué marca prefieres?

Merk op dat het maximum niet altijd bestaat.

Fíjese que el máximo no siempre existe.

Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?

¿De qué color y de qué marca es el coche del director?