Vertaling van minder

Inhoud:

Nederlands
Spaans
min, minder {bw.}
menos


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Hij heeft minder brood.

Él tiene menos pan.

Het wordt minder.

Está amainando.

Japan heeft minder inwoners dan Amerika.

La población de Japón es menor que la de America.

Europa heeft minder inwoners dan Azië.

La población de Europa es menor que la de Asia.

Dit kostte minder dan vijftien dollar.

Costó menos de quince dólares.

Dit kostte minder dan vijftien dollar.

Costó menos de quince dólares.

Het is vandaag minder koud dan gisteren.

Hoy no hace tanto frío como ayer.

Hij is minder intelligent dan ik.

Él es menos inteligente que yo.

Er waren dit jaar minder ongelukken dan vorig jaar.

Este año hubo menos accidentes que el año pasado.

Hij is niet minder intelligent dan zijn vader.

Él no es menos inteligente que su padre.

Ik kan geen Engels spreken, en Spaans nog minder.

No sé hablar inglés, mucho menos español.

Hoe meer je het boek leest, hoe minder je het zal verstaan.

Mientras más leas el libro, menos lo entenderás.

Als je minder zou praten en meer zou luisteren kun je misschien iets leren.

Si hablaras menos y escucharas más podrías aprender algo.

"Maar drie miljoen is alles wat ik heb," zei Dima. "Niet meer en niet minder."

- Pero tres millones es todo lo que tengo -dijo Dima-. Nada más y nada menos.


Gerelateerd aan minder

min