Vertaling van modern

Inhoud:

Nederlands
Spaans
huidig, tegenwoordig, modern {bn.}
contemporáneo
moderno
bijdetijds, modern, nieuwerwets {bn.}
moderno
hedendaags, huidig, van vandaag, huidige, modern [o] {bn.}
actual
presente


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Zijn huis is zeer modern.

Su casa es muy moderna.

Hun huis is zeer modern.

Su casa es muy moderna.


Gerelateerd aan modern

huidig - tegenwoordig - bijdetijds - nieuwerwets - hedendaags - van vandaag - huidige