Vertaling van moeder

Inhoud:

Nederlands
Spaans
moeder [v], ma, moer {zn.}
madre [v] (la ~)
Mijn moeder spreekt langzaam.
Mi madre habla despacio.
De moeder was uitgeblust.
La madre estaba exhausta.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Betty vermoordde haar moeder.

Betty mató a su madre.

Is je moeder thuis?

¿Está tu madre en casa?

Is je moeder thuis?

¿Está tu madre en casa?

Alice is mijn moeder.

Alice es mi madre.

Mijn moeder spreekt langzaam.

Mi madre habla despacio.

De moeder was uitgeblust.

La madre estaba exhausta.

Ik wacht op mijn moeder.

Estoy esperando a mi madre.

Mijn moeder is altijd bezig.

Mi madre siempre está ocupada.

Moeder maakte ons middageten klaar.

Mamá nos preparó el almuerzo.

Ik hou van mijn moeder.

Quiero a mi mamá.

Mijn moeder kan niet komen.

Mi madre no puede venir.

Ik was geen goede moeder.

Yo no fui una buena madre.

Ik moet mijn moeder helpen.

Tengo que ayudar a mi madre.

Mijn moeder heeft vier broers.

Mi madre tiene cuatro hermanos.

Betty heeft zijn moeder vermoord.

Betty mató a su madre.


Gerelateerd aan moeder

ma - moer