Vertaling van moer
Inhoud:
Nederlands
Spaans
moer , schroefmoer , moerschroef {zn.}
tuerca
vrouw , wijfje , moer {zn.}
hembra
moeder , ma, moer {zn.}
madre
Mijn moeder spreekt langzaam.
Mi madre habla despacio.
De moeder was uitgeblust.
La madre estaba exhausta.
bezinksel , droesem , spoeling , drap, moer {zn.}
recremento
orujo
hez
bagazo
orujo
hez
bagazo
bezinksel , drab, droesem , gespuis, moer {zn.}
hez
poso
poso
broek , drasland , moer, moeras {zn.}
charca
pantano
pantano