Vertaling van moment

Inhoud:

Nederlands
Spaans
moment, ogenblik, oogwenk, tel [m], tijdstip, wijl, wip {zn.}
momento [m] (el ~)
instante
momentito [m] (el ~)
Mag ik je een moment storen?
¿Puedo molestarle un momento?
Heb je het druk op het moment?
¿Estás ocupado en este momento?
moment {zn.}
momento [m] (el ~)
Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
Un terremoto puede ocurrir en cualquier momento.
Op dat moment was ik nog wakker.
En aquel momento, yo seguía despierto.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Een aardbeving kan elk moment gebeuren.

Un terremoto puede ocurrir en cualquier momento.

We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.

Los dos sonreímos casi al mismo tiempo.

Op dat moment was ik nog wakker.

En aquel momento, yo seguía despierto.

Mag ik je een moment storen?

¿Puedo molestarle un momento?

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.

Los terremotos pueden ocurrir en cualquier momento.

Heb je het druk op het moment?

¿Estás ocupado en este momento?

Het gebouw is op het moment in aanbouw.

El edificio está en construcción.

Ik ben op dit moment op de campus.

Por el momento estoy en el campus.

Op dit moment ben ik een bier aan het drinken.

Estoy bebiendo una cerveza.

Ze is op dit moment in het ziekenhuis.

Ahora está en el hospital.

Het grootste probleem van het moment is werkloosheid.

El mayor problema del momento es el desempleo.

Dit is het beslissende moment. Het is nu of nooit.

Es el momento clave. Es ahora o nunca.

We hebben het op het moment erg druk.

Estamos muy ocupados ahora mismo.

Ze was op de verkeerde plek op het verkeerde moment.

Ella estaba en el lugar incorrecto en el momento incorrecto.

Op het laatste moment heeft hij de vergadering afgelast.

Él canceló la reunión en el último minuto.


Gerelateerd aan moment

ogenblik - oogwenk - tel - tijdstip - wijl - wip