Vertaling van mond

Inhoud:

Nederlands
Spaans
mond [m], monding [v], uitmonding [v] {zn.}
desembocadura [v] (la ~)
bek [m], mond [m], monding [v], snater {zn.}
boca [v] (la ~)
desembocadura [v] (la ~)
Doe je mond open.
¡Abre la boca!
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
El perro tenía un pedazo de carne en la boca.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Doe je mond open.

¡Abre la boca!

Spreek niet met volle mond.

No hables con la boca llena.

Morgenstond heeft goud in de mond.

A quien madruga, Dios ayuda.

De aardappel was zo heet dat het mijn mond verbrandde.

La papa estaba tan caliente que me quemé la boca.

Ik heb maar een mond, maar wel twee oren.

Solo tengo una boca, pero tengo dos oídos.

Ze zei dat ik het aan niemand moest vertellen. Dus heb ik mijn mond gehouden.

Ella me pidió que no se lo contara a nadie. Así que no lo hice.

Sadako wou er nog meer aan toevoegen, maar haar mond wou maar niet openen.

Sadako quería seguir añadiendo, pero su boca ya no quería abrirse lo suficiente para formular las palabras.


Gerelateerd aan mond

monding - uitmonding - bek - snater