Vertaling van naast

Inhoud:

Nederlands
Spaans
aan, bij, dichtbij, naast, nabij {vz.}
cerca de
junto a
al lado de


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik zat naast hem.

Me senté a su lado.

Ze zat naast me.

Ella se sentó a mi lado.

Ken zette zich naast mij.

Ken se sentó junto a mí.

Ik ging naast hem zitten.

Me senté al lado suyo.

Hij woonde naast zijn oom.

Él vivía al lado de su tío.

Naast wat fruit heeft hij niks gegeten.

Aparte de algo de fruta, él no ha comido nada.

Naast een dokter, was hij ook een erg beroemde romanschrijver.

Además de ser un doctor, también fue un muy famoso novelista.

Een oude man zat naast mij in de bus.

Un anciano se sentó conmigo en el autobús.

Deze vent die naast me in de trein zit stinkt!

¡El sujeto sentado junto a mí en el tren apesta!

Toen ze wakker werden zagen ze een steen naast zich liggen.

Cuando despertaron vieron una piedra junto a ellos.

Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.

Si pudiera reordenar el alfabeto, pondría la T y la Q juntas.


Gerelateerd aan naast

aan - bij - dichtbij - nabij