Vertaling van nabootsen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afdrukken, kopiëren, nabootsen, namaken {ww.}
copiar
ik zal nabootsen
jij zult nabootsen
hij/zij/het zal nabootsen
yo copiaré
tú copiarás
él/ella copiará
» meer vervoegingen van copiar
imiteren, nabootsen, nadoen {ww.}
imitar
ik zal nabootsen
jij zult nabootsen
hij/zij/het zal nabootsen
yo imitaré
tú imitarás
él/ella imitará
» meer vervoegingen van imitar