Vertaling van nagelen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
nagelen, spijkeren {ww.}
clavetear

wij nagelen
jullie nagelen
zij nagelen

nosotros claveteamos
vosotros claveteáis
ellos/ellas clavetean
» meer vervoegingen van clavetear



Gerelateerd aan nagelen

spijkeren