Vertaling van najagen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
ambiëren, dingen naar, najagen, nastreven, streven naar, aspireren {ww.}
desear
aspirar
aspirar
ik zal najagen
jij zult najagen
hij/zij/het zal najagen
yo desearé
tú desearás
él/ella deseará
» meer vervoegingen van desear
achtervolgen, najagen, vervolgen {ww.}
acosar
perseguir
perseguir
ik zal najagen
jij zult najagen
hij/zij/het zal najagen
yo acosaré
tú acosarás
él/ella acosará
» meer vervoegingen van acosar