Vertaling van neerslaan
Inhoud:
Nederlands
Spaans
neerslaan, onderdrukken, smoren, verkroppen, verstikken {ww.}
ahogar
sofocar
sofocar
ik zal neerslaan
jij zult neerslaan
hij/zij/het zal neerslaan
yo ahogaré
tú ahogarás
él/ella ahogará
» meer vervoegingen van ahogar