Vertaling van noodzaak
Inhoud:
Nederlands
Spaans
nood, noodzaak {zn.}
necesidad
dwingen, noodzaken, verplichten {ww.}
obligar
forzar
forzar
ik noodzaak
yo obligo
» meer vervoegingen van obligar
Ik zal je nooit dwingen om met hem te trouwen.
Nunca te voy a obligar a casarte con él.
Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.
No me puedes obligar a hacer algo que no quiero.