Vertaling van omgaan

Inhoud:

Nederlands
Spaans
omgaan, rondgaan {ww.}
rodear
circundar

ik zal omgaan
jij zult omgaan
hij/zij/het zal omgaan

yo rodearé
rodearás
él/ella rodeará
» meer vervoegingen van rodear



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ze kon niet omgaan met de angst.

Ella no pudo hacer frente a la ansiedad.

We moeten allemaal leren omgaan met deze situatie.

Todos debemos aprender a enfrentar esta situación.


Gerelateerd aan omgaan

rondgaan