Vertaling van omkomen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
omkomen, overdrijven, overgaan, vergaan, verlopen, verstrijken {ww.}
transcurrir
pasar
pasar
ik zal omkomen
jij zult omkomen
hij/zij/het zal omkomen
yo transcurriré
tú transcurrirás
él/ella transcurrirá
» meer vervoegingen van transcurrir
creperen, omkomen, ondergaan, sneuvelen, vergaan, verongelukken {ww.}
perecer
ik zal omkomen
jij zult omkomen
hij/zij/het zal omkomen
yo pereceré
tú perecerás
él/ella perecerá
» meer vervoegingen van perecer