Vertaling van omwikkelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
omwikkelen, omwinden {ww.}
envolver
rodear
rodear
wij omwikkelen
jullie omwikkelen
zij omwikkelen
nosotros envolvemos
vosotros envolvéis
ellos/ellas envuelven
» meer vervoegingen van envolver
baken, inbakeren, inzwachtelen, omwikkelen {ww.}
envolver
vendar
vendar
wij omwikkelen
jullie omwikkelen
zij omwikkelen
nosotros envolvemos
vosotros envolvéis
ellos/ellas envuelven
» meer vervoegingen van envolver