Vertaling van onderwerp
Inhoud:
Nederlands
Spaans
onderwerp, stof, subject {zn.}
sujeto
apropos , onderwerp, stof, thema {zn.}
tema
asunto
asunto
Ons thema van de week is: _____.
Nuestro tema de la semana es: ______.
Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.
Tu pregunta no tiene relación con el tema.
ding , mikpunt, object, onderwerp, voorwerp {zn.}
objeto
Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.
Él primer objeto que él compró fue un reloj despertador.
knechten, onderwerpen {ww.}
someter
ik onderwerp
yo someto
» meer vervoegingen van someter