Vertaling van oor
Inhoud:
Nederlands
Spaans
oor {zn.}
oreja
Ik heb geen oor voor muziek.
No tengo oreja para la música.
De haas bloedt aan het oor.
La liebre está sangrando de la oreja.
handvat, hengsel, klink, kruk, oor {zn.}
asa
greep, grijper, handvat, oor {zn.}
tenazas
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Hij drukte zijn oor tegen de muur.
Él puso su oído contra la pared.
Ik heb geen oor voor muziek.
No tengo oreja para la música.
De haas bloedt aan het oor.
La liebre está sangrando de la oreja.