Vertaling van oord
Inhoud:
Nederlands
Spaans
lokaal, plaats , plek, oord {zn.}
sitio
Leg het terug op zijn plaats, alstublieft.
Por favor, devuélvelo a su sitio.
"Ja, dat ben ik," zei Al-Sayib. "Maar er is er minstens één van ons in elk land. En we houden allemaal van Fanta en van noobs op hun plaats zetten."
—Sí, soy yo —dijo Al-Sayib—; pero hay al menos uno de nosotros en cada país. Y a todos nos gusta la Fanta, igual que poner a los novatos en su sitio.
lokaliteit , oord, plaats , ruimte, zetel {zn.}
lugar
sitio
sitio
Is er ruimte voor nog iemand?
¿Hay lugar para otra persona?
De ontmoeting had gisteren plaats.
La reunión tuvo lugar ayer.