Vertaling van op weg gaan
arrancar
partir
montar
wij gaan binnen
jullie gaan binnen
zij gaan binnen
nosotros entramos
vosotros entráis
ellos/ellas entran
» meer vervoegingen van entrar
concernir
zij gaan aan
ellos/ellas conciernen
» meer vervoegingen van concernir
ausentarse
wij gaan aan
jullie gaan aan
zij gaan aan
nosotros formamos
vosotros formáis
ellos/ellas forman
» meer vervoegingen van formar
wij gaan dood
jullie gaan dood
zij gaan dood
nosotros morimos
vosotros morís
ellos/ellas mueren
» meer vervoegingen van morir
relacionarse
wij gaan af
jullie gaan af
zij gaan af
nosotros visitamos
vosotros visitáis
ellos/ellas visitan
» meer vervoegingen van visitar
ponerse
ser presuntuoso
wij gaan door
wij gaan door
jullie gaan door
nosotros continuamos
vosotros continuáis
» meer vervoegingen van continuar
contratar
destajar
wij gaan aan
jullie gaan aan
zij gaan aan
nosotros ajustamos
vosotros ajustáis
ellos/ellas ajustan
» meer vervoegingen van ajustar
wij gaan achteruit
jullie gaan achteruit
zij gaan achteruit
nosotros retrocedemos
vosotros retrocedéis
ellos/ellas retroceden
» meer vervoegingen van retroceder
wij gaan achteruit
atravesar
wij gaan door
jullie gaan door
nosotros recorremos
vosotros recorréis
» meer vervoegingen van recorrer