Vertaling van opdringen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
forceren, opdringen {ww.}
obligar
constreñir
imponer

ik zal opdringen
jij zult opdringen
hij/zij/het zal opdringen

yo obligaré
obligarás
él/ella obligará
» meer vervoegingen van obligar



Gerelateerd aan opdringen

forceren