Vertaling van opeten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
opeten, verorberen {ww.}
consumir
ik zal opeten
jij zult opeten
hij/zij/het zal opeten
yo consumiré
tú consumirás
él/ella consumirá
» meer vervoegingen van consumir
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik wil het opeten.
Quiero comérmelo.
Je moet het niet opeten.
Usted no tiene que comerlo.