Vertaling van ophouden

Inhoud:

Nederlands
Spaans
ophouden, rekken, strekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken {ww.}
tender
extender

ik zal ophouden
jij zult ophouden
hij/zij/het zal ophouden

yo tenderé
tenderás
él/ella tenderá
» meer vervoegingen van tender

aflopen, eindigen, ophouden, uitgaan, uitlopen, uitraken, verlopen {ww.}
terminarse
expirar

ik zal ophouden
jij zult ophouden
hij/zij/het zal ophouden

yo expiraré
expirarás
él/ella expirará
» meer vervoegingen van expirar

detineren, ophouden, reserveren, terughouden, weerhouden {ww.}
retener

ik zal ophouden
jij zult ophouden
hij/zij/het zal ophouden

yo retendré
retendrás
él/ella retendrá
» meer vervoegingen van retener

aflaten, ophouden, stoppen, uitscheiden, wijken {ww.}
cesar

ik zal ophouden
jij zult ophouden
hij/zij/het zal ophouden

yo cesaré
cesarás
él/ella cesará
» meer vervoegingen van cesar



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Het regende zonder ophouden.

Llovió sin parar.

Laat ons ophouden.

Desistamos.

Kun je alstublieft ophouden met zingen?

¿Podrías dejar de cantar, por favor?