Vertaling van opjagen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
drijven, aandrijven, opjagen, voortdrijven {ww.}
arrear
impeler
acuciar
impeler
acuciar
ik zal opjagen
jij zult opjagen
hij/zij/het zal opjagen
yo arrearé
tú arrearás
él/ella arreará
» meer vervoegingen van arrear