Vertaling van opkopen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
klempraten, accapareren, opkopen, beslag leggen op, zich meester maken van, zich toe-eigenen {ww.}
acaparar

ik zal opkopen
jij zult opkopen
hij/zij/het zal opkopen

yo acapararé
acapararás
él/ella acaparará
» meer vervoegingen van acaparar