Vertaling van oplossen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
oplossen {ww.}
resolver
solucionar
disolver
solucionar
disolver
ik zal oplossen
jij zult oplossen
hij/zij/het zal oplossen
yo resolveré
tú resolverás
él/ella resolverá
» meer vervoegingen van resolver
Niemand kan dit probleem oplossen.
Nadie puede resolver este problema.
Hoe ga je dit probleem oplossen?
¿Cómo vas a solucionar este problema?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Niemand kan dit probleem oplossen.
Nadie puede resolver este problema.
Dick probeerde het probleem tevergeefs te oplossen.
Dick trató en vano de resolver el problema.
Dick probeerde het probleem tevergeefs te oplossen.
Dick trató en vano de resolver el problema.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
Él pudo resolver el problema con facilidad.
Hij kon het probleem gemakkelijk oplossen.
No le costó resolver el problema.
Hoe ga je dit probleem oplossen?
¿Cómo vas a solucionar este problema?