Vertaling van oppassen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
oppassen, verzorgen {ww.}
cuidar
ik zal oppassen
jij zult oppassen
hij/zij/het zal oppassen
yo cuidaré
tú cuidarás
él/ella cuidará
» meer vervoegingen van cuidar
Ze moest haar zus verzorgen.
Ella tuvo que cuidar de su hermana.
acht slaan op, letten op, opletten, oppassen, passen op {ww.}
estar atento
atender a
tener cuidado
atender
atender a
tener cuidado
atender
ik zal oppassen
jij zult oppassen
hij/zij/het zal oppassen
yo atenderé
tú atenderás
él/ella atenderá
» meer vervoegingen van atender