Vertaling van oprichten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
beuren, heffen, ophalen, oprichten, tillen, verheffen {ww.}
alzar
levantar
levantar
ik zal oprichten
jij zult oprichten
hij/zij/het zal oprichten
yo alzaré
tú alzarás
él/ella alzará
» meer vervoegingen van alzar
neerzetten, oprichten, opslaan, vestigen {ww.}
estatuir
levantar
erigir
erguir
levantar
erigir
erguir
ik zal oprichten
jij zult oprichten
hij/zij/het zal oprichten
yo estatuiré
tú estatuirás
él/ella estatuirá
» meer vervoegingen van estatuir
inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
instalar
establecer
establecer
ik zal oprichten
jij zult oprichten
hij/zij/het zal oprichten
yo instalaré
tú instalarás
él/ella instalará
» meer vervoegingen van instalar