Vertaling van opruimen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
inrichten, regelen, ruimen, opruimen, schikken, terechtbrengen {ww.}
arreglar
ik zal opruimen
jij zult opruimen
hij/zij/het zal opruimen
yo arreglaré
tú arreglarás
él/ella arreglará
» meer vervoegingen van arreglar