Vertaling van opscheppen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
scheppen, opscheppen {ww.}
excavar con pala
traspalar
traspalar
ik zal opscheppen
jij zult opscheppen
hij/zij/het zal opscheppen
yo traspalaré
tú traspalarás
él/ella traspalará
» meer vervoegingen van traspalar
bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}
jactarse
fanfarronear
fanfarronear
ik zal opscheppen
jij zult opscheppen
hij/zij/het zal opscheppen
yo fanfarronearé
tú fanfarronearás
él/ella fanfarroneará
» meer vervoegingen van fanfarronear