Vertaling van opstappen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
opstappen, op weg gaan, tijgen, weggaan {ww.}
salir
arrancar
partir

ik zal opstappen
jij zult opstappen
hij/zij/het zal opstappen

yo saldré
saldrás
él/ella saldrá
» meer vervoegingen van salir



Gerelateerd aan opstappen

op weg gaan - tijgen - weggaan