Vertaling van optuigen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
spannen, bespannen, inspannen, tuigen, optuigen, voorspannen {ww.}
uncir

ik zal optuigen
jij zult optuigen
hij/zij/het zal optuigen

yo unciré
uncirás
él/ella uncirá
» meer vervoegingen van uncir

optakelen, tuigen, optuigen {ww.}
aparejar

ik zal optuigen
jij zult optuigen
hij/zij/het zal optuigen

yo aparejaré
aparejarás
él/ella aparejará
» meer vervoegingen van aparejar



Gerelateerd aan optuigen

spannen - bespannen - inspannen - tuigen - voorspannen - optakelen