Vertaling van opzoeken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afgaan, bezoeken, opzoeken {ww.}
visitar
ik zal opzoeken
jij zult opzoeken
hij/zij/het zal opzoeken
yo visitaré
tú visitarás
él/ella visitará
» meer vervoegingen van visitar
Ik wil Korea bezoeken.
Quiero visitar Corea.
Haar droom is om Parijs te bezoeken.
Su sueño es visitar París.
snorren, zoeken, opzoeken, uitkijken, uitzien {ww.}
buscar
ik zal opzoeken
jij zult opzoeken
hij/zij/het zal opzoeken
yo buscaré
tú buscarás
él/ella buscará
» meer vervoegingen van buscar
Ik moet mijn pen zoeken.
Tengo que buscar mi bolígrafo.
Ik moet naar mijn pen zoeken.
Tengo que buscar mi bolígrafo.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Waarom kom je mij eens niet opzoeken?
¿Por qué no me vienes a ver de repente?
Als je nieuwe woorden tegenkomt, moet je ze opzoeken in het woordenboek.
Cuando encuentres palabras nuevas debes buscarlas en el diccionario.
Ik had nooit gedacht dat ik op een dag het woord "viagra" zou opzoeken op Wikipedia.
Nunca hubiera pensado que algún día buscaría "viagra" en Wikipedia.