Vertaling van overdrijven
Inhoud:
Nederlands
Spaans
omkomen, overdrijven, overgaan, vergaan, verlopen, verstrijken {ww.}
transcurrir
pasar
pasar
wij overdrijven
jullie overdrijven
zij overdrijven
nosotros transcurrimos
vosotros transcurrís
ellos/ellas transcurren
» meer vervoegingen van transcurrir
chargeren, overdrijven {ww.}
exagerar
abultar
abultar
wij overdrijven
jullie overdrijven
zij overdrijven
nosotros exageramos
vosotros exageráis
ellos/ellas exageran
» meer vervoegingen van exagerar
Tom heeft de neiging te overdrijven.
Tom tiende a exagerar.