Vertaling van overgeven
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
transferir
alargar
alargar
ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
yo transferiré
tú transferirás
él/ella transferirá
» meer vervoegingen van transferir
braken, kotsen, overgeven, spugen, vomeren {ww.}
devolver
vomitar
vomitar
ik zal overgeven
jij zult overgeven
hij/zij/het zal overgeven
yo devolveré
tú devolverás
él/ella devolverá
» meer vervoegingen van devolver