Vertaling van overplaatsen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
omzetten, overbrengen, overplaatsen, verleggen, verplaatsen {ww.}
trasladar
ik zal overplaatsen
jij zult overplaatsen
hij/zij/het zal overplaatsen
yo trasladaré
tú trasladarás
él/ella trasladará
» meer vervoegingen van trasladar