Vertaling van overtrekken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
overtrekken, snelheid verliezen {ww.}
entrar en pérdida
calqueren, overtrekken, natrekken, slaafs volgen {ww.}
calcar
wij overtrekken
jullie overtrekken
zij overtrekken
nosotros calcamos
vosotros calcáis
ellos/ellas calcan
» meer vervoegingen van calcar
bekleden, overtrekken {ww.}
enfundar
recubrir
revestir
forrar
recubrir
revestir
forrar
wij overtrekken
jullie overtrekken
zij overtrekken
nosotros enfundamos
vosotros enfundáis
ellos/ellas enfundan
» meer vervoegingen van enfundar