Vertaling van paal
Inhoud:
Nederlands
Spaans
paal, heipaal, staak {zn.}
pilote
estaca
estaca
deurpost , paal, post, stijl {zn.}
poste
montante
montante
Door onoplettendheid botste ze met haar auto tegen de paal.
Por una distracción, ella se dio contra un poste con su coche.
baar , paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang {zn.}
barra
vara
vara