Vertaling van paren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
verzamelen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaren, paren, vergaderen, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
recoger
acumular
acopiar

wij paren
jullie paren
zij paren

nosotros recogemos
vosotros recogéis
ellos/ellas recogen
» meer vervoegingen van recoger

Maar weet je, het zou toch jammer zijn om al deze zinnen te verzamelen en voor onszelf te houden, omdat je er zoveel mee kunt doen. Daarom is Tatoeba open. Onze broncode…
Pero sería triste recoger estas frases y guardárnoslas para nosotros, porque se pueden hacer tantas cosas con ellas… Por eso Tatoeba está abierta, nuestro código…
duo [o], koppel, paar (mv. paren), stel, tweetal {zn.}
par [m] (el ~)
Ik kocht een paar laarzen.
Compré un par de botas.
Mag ik een paar vragen stellen?
¿Puedo hacer un par de preguntas?
duo [o], stelletje [o], koppel, paar (mv. paren), span, stel, tweetal {zn.}
par [m] (el ~)
pareja [v] (la ~)
Het paar besloot een wees te adopteren.
La pareja decidió adoptar a un huérfano.
Tom neemt een paar dagen vrij.
Tom se está tomando un par de días libres.