Vertaling van pijl
Inhoud:
Nederlands
Spaans
pijl, scheut {zn.}
flecha
saeta
saeta
De pijl raakte het doel.
La flecha dio en el blanco.
De tijd vliegt als een pijl.
El tiempo vuela como una flecha.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
De pijl raakte het doel.
La flecha dio en el blanco.
De tijd vliegt als een pijl.
El tiempo vuela como una flecha.