Vertaling van pikken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
pikken, priemen, prikken, steken {ww.}
pinchar
punzar
picar
punzar
picar
wij pikken
jullie pikken
zij pikken
nosotros pinchamos
vosotros pincháis
ellos/ellas pinchan
» meer vervoegingen van pinchar
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
tolerar
wij pikken
jullie pikken
zij pikken
nosotros toleramos
vosotros toleráis
ellos/ellas toleran
» meer vervoegingen van tolerar