Vertaling van plank

Inhoud:

Nederlands
Spaans
schap, plank {zn.}
estante [m] (el ~)
repisa [v] (la ~)
anaquel [m] (el ~)
Hij nam de zware doos van de plank.
Bajó la caja pesada del estante.
Hij is te klein om het boek van de schap te nemen.
Él es demasiado chico para sacar el libro del estante.
bord [o], plank [v], tablet [o] {zn.}
tablero [m] (el ~)
plancha [v] (la ~)
tabla [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Hij plaatste het boek op de plank.

Él puso el libro en la estantería.

Hij plaatste het boek op de plank.

Él puso el libro en la estantería.

Hij nam de zware doos van de plank.

Bajó la caja pesada del estante.


Gerelateerd aan plank

schap - bord - tablet